Frontotemporale Dementie
Frontotemporale dementie is een vorm van dementie die voornamelijk de voorste en zijwaartse delen van de hersenen aantast. Dit leidt tot veranderingen in persoonlijkheid en gedrag, en problemen met taalvaardigheid. FTD treft vaak jongere mensen en heeft een unieke reeks symptomen.
Frontotemporale dementie (FTD) is een groep aandoeningen die wordt veroorzaakt door progressieve schade aan de frontale en temporale lobben van de hersenen.
Deze gebieden zijn verantwoordelijk voor gedrag, persoonlijkheid en taal. FTD wordt vaak verkeerd gediagnosticeerd als een psychiatrische aandoening of als de ziekte van Alzheimer, vooral bij jongere mensen.
De exacte oorzaak van FTD is onbekend, maar genetische factoren spelen vaak een rol. Ongeveer een derde van de gevallen is erfelijk. Er is geen manier om FTD te voorkomen, maar vroegtijdige diagnose en behandeling kunnen helpen bij het beheersen van de symptomen en het verbeteren van de levenskwaliteit.
-
Symptonen
De symptomen van FTD variëren afhankelijk van welke delen van de hersenen zijn aangetast. Veelvoorkomende symptomen zijn veranderingen in persoonlijkheid en gedrag, moeite met taal en spraak, en motorische problemen. Gedragsveranderingen kunnen onder andere ongepaste sociale interacties, impulsiviteit en apathie omvatten.
-
Fasen
Frontotemporale dementie kent geen duidelijke fasen zoals bij andere vormen van dementie zoals de Ziekte van Alzheimer. De symptomen beginnen meestal geleidelijk en verergeren in de loop van de tijd.
In de vroege fase zijn de veranderingen in gedrag en persoonlijkheid vaak het meest opvallend, terwijl taal- en motorische problemen later kunnen optreden.
-
Diagnose
De diagnose van FTD wordt gesteld door een combinatie van medische geschiedenis, lichamelijk en neurologisch onderzoek, neuropsychologische tests en beeldvormende onderzoeken zoals MRI of CT-scans. Genetisch onderzoek kan ook worden uitgevoerd als er een familiegeschiedenis van de ziekte is.
-
Behandeling
Er is geen genezing voor FTD, en de behandeling richt zich op het beheersen van de symptomen.
Medicatie kan worden voorgeschreven om gedragsproblemen te beheersen en therapieën zoals spraak- en taaltherapie, fysiotherapie en ergotherapie kunnen helpen bij het verbeteren van de dagelijkse functionaliteit. Ondersteuning voor de mantelzorgers is ook een belangrijk onderdeel van de zorg.